de voortplanting van de pinguïn
Op één soort na broeden alle pinguïns één keer per jaar. De meeste pinguïns komen aan het eind van de lente samen in hun broedkolonies om te paren, eieren te leggen en hun jongen groot te brengen. Enkele soorten doen het anders. Keizerpinguïns bebroeden de eieren de hele winter lang. Pinguïns leggen hele kleine eieren voor hun lichaamsgrootte. Maar pinguïneieren zijn wel bijzonder sterk. Ze hebben een hele dikke eierschaal. Zwakke eieren zouden niet lang heel blijven.Pinguïns moeten ook uitkijken voor eierdieven. Meeuwen, jagers en ijshoenders, zijn vaak opzoek naar onbewaakte of verlaten eieren om te eten. Kleine kuikentjes zijn ook kwetsbaar als ze niet genoeg in de gaten gehouden worden.De meeste pinguïns hoeven hun eieren maar een paar weken warm te houden voordat ze uitkomen. Maar de grote pinguïns doen veel langer over het broeden, soms wel 55 tot 65 dagen.Wanneer pinguïnkuikens uit het ei komen, zijn ze bedekt met fijne donsveren en zitten hun oogjes nog dicht. De jongen hakken de dikke schaal open met behulp van hun eitand, een korte, scherpe stekel aan het einde van de snavel. De eitand valt vlak na het uitkomen uit. Pinguïns hebben honger vanaf het moment dat ze ter wereld komen. Op het begin houdt één ouder het kuiken warm en zoekt de andere ouder voedsel. Deze periode gaat door tot het jong klaar is om het nest te verlaten. De snelste kuikens doen die na 50 dagen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb